• Van Reeth Els - Atletenstraat 7 - 2020 ANTWERPEN
  • info@plek-architecten.be

0473 58 64 18

Waarom luchtdicht bouwen?

Om te beginnen veroorzaken luchtlekken ongecontroleerde energieverliezen. Een onzorgvuldig geplaatste isolatielaag verliest veel van haar isolerende eigenschappen door luchtstromingen zoals luchtrotatie en windspoeling. Lage-energiegebouw of passiefgebouw, zullen alleen goed presteren met een secuur uitgevoerde isolatie in combinatie met een luchtdichte gebouwschil.

Luchtlekken kunnen aan de basis liggen van condensatie die kan resulteren in schimmelvorming of zelfs bouwschade. Luchtlekken leiden tevens tot ad hoc luchtuitwisselingen die een gecontroleerde luchtkwaliteit in het gebouw onmogelijk maken. Dat kan ook de goede werking van een ventilatiesysteem in gedrang brengen.

Luchtlekken tasten ook het gebruikscomfort aan. Ze kunnen aanleiding geven tot tochtproblemen, geluidsoverlast, indringing van stof, geuren en vervuilende stoffen.

Hoe luchtdicht bouwen?

Bepleistering kan de luchtdichtheid van metselwanden sterk ten goede komen. Dat lukt met de meeste bepleisteringen, als ze niet te dun zijn. Pleister is wel luchtdicht, maar slechts heel licht dampremmend en niet elastisch. Indien er geen flexibel materiaal wordt gebruikt voor de aansluiting met de aangrenzende elementen, zal dit na verloop van tijd niet meer luchtdicht zijn.

Wil je zichtbaar metselwerk, dan kan je als luchtdichtheid een cementering, folie of vloeibaar membraan aanbrengen langs de niet zichtzijde. Opgelet, de binnenbepleistering mag niet over de wa­terkering komen daardoor kan onderaan de muur een luchtlek ter grootte van de omtrek van de kamer ontstaan. Ook hier moet u dus extra luchtdicht afwerken met folie, kleefband of vloeibaar membraan.

In lichte constructies gebruikt men soepele folies om de luchtdichtheid te verzekeren. Zo’n membraan vervult meestal ook meteen de rol van een dampscherm. Dat mem­braan moet u luchtdicht aansluiten op de aan­grenzende bouwdelen, zoals het pleister- en schrijnwerk. Ook OSB-, spaan- of vezelcementplaten kunnen worden ingezet. Let er dan wel op dat alle naden en aansluitingen luchtdicht worden afgewerkt.

Hoe luchtdichtheid controleren?

De luchtdichtheid kan gemeten worden met een pressurisatieproef. Tijdens de proef wordt de luchtdruk binnen het gebouw kunstmatig opgevoerd tot 50 pascal. Eventueel worden de lekken zichtbaar gemaakt door een rookgenerator.
Luchtdicht bouwen zal de komende jaren alleen maar aan belang winnen. De nieuwe Europese richtlijn voor energie-efficiëntie in gebouwen (EPBD recast) legt een geleidelijke overgang naar bijna energieneutrale nieuwe gebouwen op. Met welke eis inzake luchtdichtheid dit gepaard zal gaan, ligt nog niet vast. De courante bouwpraktijk komt vandaag uit op een n50 tussen 5 en 8, wat betekent dat er 5 tot 8 volumewisselingen per uur nodig zijn. Pertinent onvoldoende met het oog op duurzaam en energiezuinig bouwen. Een haalbaar streefdoel is momenteel een waarde tussen 3 en 5. In bepaalde omstandigheden dringt een lagere waarde zich op, bijvoorbeeld voor zeer energiezuinige gebouwen, gebouwen die zijn uitgerust met een mechanisch ventilatiesysteem met warmterecuperatie, gebouwen met een dampdicht onderdak of een vochtig binnenklimaat. De lat zo hoog leggen, gaat wel onvermijdelijk gepaard met een meerkost.

Foto door cottonbro via Pexels