• Van Reeth Els - Atletenstraat 7 - 2020 ANTWERPEN
  • info@plek-architecten.be

0473 58 64 18

Als je de volledige buitenschil van een woning na-isoleert zal deze betere energetische prestaties boeken. Maar dat heeft vaak ook gevolgen voor het binnenklimaat. Want als je je woning isoleert, de koudebruggen aanpakt en de luchtdichtheid verbetert, daalt de natuurlijke luchtcirculatie, wat gevolgen heeft voor de kwaliteit van de binnenlucht. Nochtans heeft dit een belangrijke invloed op onze gezondheid.
De logica is simpel. In oude huizen gebeurt de ventilatie op een natuurlijke manier via naden en kieren. Niet ideaal, want hierdoor krijg je soms te veel en soms te weinig ventilatie, tochtproblemen, een verkeerde stroomrichting met als gevolg verspreiding van vocht en geurtjes en grote energieverliezen. Als je de isolatie en luchtdichtheid verbetert, zet je die natuurlijke ventilatie buitenspel, maar we moeten op een manier terug verse lucht naar binnen krijgen om dat binnenklimaat gezond te krijgen. Wat we moeten beogen is een gecontroleerde ventilatie, dus enkel waar en wanneer het nodig is, dit gebeurt via een ventilatiesysteem. Maar hoe integreer je dat in een bestaande woning?
Heb je een voorkeur voor een systeem, dan is het heel belangrijk om een afweging te maken van de mogelijkheden die je hebt om dat in je woning in te passen. Kies je voor een systeem C, dan moet je het buizenstelsel voor de afvoer ingepland worden. Bij systeem D komt daar ook afvoer bij en heb je dus zelfs een dubbel kanalennet. Hoe werk je deze weg? via verlaagde plafonds, ingebouwde kasten, leidingkokers?
Een goede planning is uiterst belangrijk.
Om te begrijpen hoe gecontroleerde ventilatie werkt gaat hier even de theorie:
We hebben luchttoevoer en luchtafvoer en we kunnen beide doen op een mechanische of een natuurlijke manier laten gebeuren. Dit maakt dat er in grote lijnen vier ventilatiesystemen bestaan: A, B, C en D.
Waarbij systeem A het oude systeem is van de ventilatie op een natuurlijke manier : lucht stroomt in en uit via naden en kieren, geheel niet gecontroleerd dus. Bij systeem B wordt verse lucht mechanisch binnengebracht die de vuile lucht van de kieren en spleten of bewust gecreëerde openingen naar buiten duwt. De woning wordt als het ware onder druk gezet. Deze twee worden eigenlijk niet meer gebruikt, tenzij in uitzonderlijke gevallen.
Bij systeem C wordt de vuile lucht via ventilatoren weggezogen en wordt er via kieren en spleten of bewust gecreëerde openingen verse lucht binnengehaald. Dat wegzuigen kunnen we controleren via allerlei sensoren (CO, aanwezigheid, vocht, …) Bij een systeem D wordt de vuile lucht via ventilatoren weggezogen en wordt er verse lucht via deze ventilator binnengeblazen. Dit maakt dat dit laatste systeem het best controleerbaar is. Bovendien kan warme vuile lucht de koude verse lucht opwarmen en kunnen we verder besparen in verwarmingskost.
Dit laatste wordt soms nog gecombineerd met warmteproductie, maar dan gaat het niet meer louter over ventileren. Daarom houden we het hier beperkt tot deze vier. Als ventilatieverslaggever geven we uiteraard met veel plezier advies bij uw specifieke project.